Op 2 november 2006 kwamen een aantal deelnemers aan het Ras-project Ljip bijeen op het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam (ZMA) om de in de collectie aanwezige huiden en vleugels van de Ljip (Kievit) te onderzoeken. Doel van het bezoek was vooral om te controleren of de gebruikte kenmerken voor het op sexe en leeftijd brengen van de Kievit ten alle tijde geldig waren. Deze kenmerken waren voornamelijk afkomstig uit de literatuur. Aan de hand van het materiaal in de collectie werden door de deelnemers gegevens per exemplaar op lijsten ingevuld, onder andere de vleugelformules (lengtes van handpennen vergeleken met de lengte van de langste handpen). Omdat de begeleider op het ZMA, Kees Roselaar, vermoedde dat Kieviten ook in hun tweede levensjaar (2e helft 2e k.j. en 1e helft 3e k.j.) nog op leeftijd zijn te brengen aan de hand van ongeruide juveniele armpennen werden van veel exemplaren ook notities over versheid of slijtage van de verschillende armpennen gemaakt. Omdat het museummateriaal nogal kwetsbaar is werden geen lengtes van vleugel of kuif bepaald. Deze werden naderhand door Kees Roselaar gemeten, die hier en daar ook de verzamelde gegevens nog aanvulde en de gegevens uitwerkte.