De Nederlandse speleologie begint in 1682, als in Amsterdam wordt uitgegeven het boek van Kircher:” d’ Onderaardse Weereld”, waarin o.a.” de holen, spleten of gaten der aarde” en ”vloed en ebbe sommiger fonteinen” worden behandeld. De eerste Nederlandse inleiding tot de wetenschappelijke speleologie. Junghuhn (1809-1864) en Dubois (1858-1940) deden onderzoek in grotten in voormalig Nederlands Indië.