Dit wordt ongetwijfeld voorlopig het standaardwerk op het gebied van de taphonomie van kleine zoogdieren in grotten. O.a. veel uilen leven in (ingangen van) grotten en via hun braakballen komen daar de botten van hun prooidieren (muizen, vleermuizen enz.) terecht. Juist deze fossiele overblijfselen van kleine zoogdieren vormen een rijke bron van informatie voor paleontologen. Peter Andrews deed o.a. veel onderzoek in de grotten van de Mendip Hills.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Cranium | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Werkgroep Pleistocene Zoogdieren |
|
G. Willemsen, F. Spoor, & H. de Swart. (1991). Uit de literatuur. Cranium, 8(2), 102–103. |
|
