Dit boek is het derde tot nu toe verschenen overzicht van plantengemeenschappen in Nederland, maar het is bepaald niet de derde druk van het welbekende „Overzicht der Plantengemeenschappen in Nederland” waarvan de 2e druk uit 1946 zo vele jaren de toeverlaat van de Nederlandse (en ook van vele buitenlandse) vegetatieonderzoekers is geweest. Het is, zoals de auteurs zelf uitdrukkelijk stellen een geheel nieuw boek. Het nieuwe slaat vooral op het feit dat in de naoorlogse periode een groot aantal plantensociologische publicaties is verschenen, waarvan de meeste in het voor ons liggende werk zijn verwerkt. Alleen reeds door de nauwgezetheid waarmee dit is geschied steekt het boek verre uit boven de meeste plantensociologische overzichten die in Europa tot stand zijn gebracht. Hoewel, naar de recensent weet, juist de literatuurstudie een van de voornaamste bijdragen van me den Held vormt, mag dit boek toch vooral gezien worden als een mijlpaal in het vegetatiekundige werk van Westhoff. Zoals de eerste generatie van plantensociologen graag sprak van de „bijbel van Tüxen” als het ging om het overzicht van de plantengemeenschappen in N.W.-Duitsland uit 1937 van deze Duitse „meester-plantensocioloog”, zo zou de nieuwe generatie het in het vervolg over de bijbel van Westhoff kunnen hebben! Met deze kwalifikatie zullen ook de vier op de titelpagina genoemde medewerkers Barkman, Beeftink, Segal en Sissingh wel instemmen.