E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1 (inleiding, vaatcryptogamen, naaktzadigen, wilgenfamilie tot klaprozenfamilie), 1985. Deel 2 (kruisbloemenfamilie tot schermbloemenfamilie), 1987. Illustraties en vormgeving R., Ch. & T. Westra. Uitgegeven te Amsterdam door het Instituut voor Natuurbeschermingsedukatie IVN, de omroepvereniging VARA, en de Vereniging van Waterwinbedrijven in Nederland VEWIN. ISBN 90-6301-018-4 (deel 1), 90-6301-010-2 (deel 2). 304 pag. per deel. Prijs per deel ƒ 75 (voor leden IVN, VARA en Natuurmonumenten ƒ 59,50). In formaat en globale vormgeving doen de twee delen van de Oecologische Flora sterk denken aan de succesvolle driedelige serie ‘Wilde Planten’ van Natuurmonumenten. Inderdaad zijn de talrijke aquarellen van dezelfde meesterhand, die van Rein Westra. Die overeenkomst verhult echter de wezenlijke verschillen tussen ‘Wilde Planten’ en de Oecologische Flora. Afgezien van het feit dat ‘Wilde Planten’ beter ‘wilde plantengroei’ had kunnen heten omdat de sóórten wilde planten slechts summier aan bod komen, is de serie moeilijk toegankelijk, en door woord- en taalgebruik moeilijk leesbaar. Daarentegen bestrijkt de Oecologische Flora een veel groter gebied van de (veld)biologie (waaronder ook belangrijke aspekten van de vegetatietypen in Nederland, zowel als relaties van planten met bestuivende insekten, parasieten, paddestoelen, vogels en zoogdieren), en is zij goed leesbaar. De plantenaquarellen zijn nog beter, zijn aangevuld met schitterende aquarellen van dieren (vooral insekten) van de hand van Taco Westra, alsmede met verrukkelijke veldfoto’s (in kleur) van Chiel Westra.