In het voorjaarsnummer van Gorteria van 1996 werd het Kruiskruidenproject aangekondigd. Dit waamemingenproject is opgezet door de KNNV in samenwerking met FLORON, het Natuurhistorisch Genootschap Limburg en de NJN, en had tot doel binnen één jaar een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van de recente verspreiding van Bezemkruiskruid ( Senecio inaequidens) en Moerasandijvie ( Tephroseris palustris) in Nederland. Voor het project hebben we aparte waarnemingsformulieren gemaakt, die verspreid zijn via de tijdschriften van de betrokken organisaties. Een aantal afdelingen van de betrokken organisaties hebben nog weinig aandacht aan het project kunnen besteden. Daarom is besloten het project met nog één jaar te verlengen, zodat u ook in 1997 nog de kans heeft uw omgeving op het voorkomen van deze twee soorten af te zoeken! Van Bezemkruiskruid kwamen in 1996 uiteindelijk heel wat waarnemingen binnen. Doordat deze soort vooral in de herfst opvalt als de gele bloemen nog enige tijd zichtbaar blijven in een overigens steeds kleurlozer omgeving, werden de meeste waarnemingen gedaan in de periode van eind september tot eind november. Figuur 1 is een weergave van de vondsten op het schaalniveau van een uurhok. De vondsten uit 1996 (Kruiskruidenproject; zwart vierkant) zijn weergegeven tegen een achtergrond van de vondsten in de periode 1975-1993 (FLORBASE-2b; grijs). We zien een aanzienlijke verdichting van de vindplaatsen, maar ook vele uurhokken waar de soort nog niet eerder werd aangetroffen. Het ziet er naar uit dat deze neofiet zich nog steeds verder weet uit te breiden, vooral in het noorden en zuidwesten van het land. Bij het project wordt ook informatie opgenomen over de standplaats waar de soort is waargenomen. Een eerste blik hierop bevestigt het beeld van deze soort als spoorwegbewoner, maar ook op diverse andere door de mens beïnvloede plaatsen, zoals (snel)wegbermen en in het stedelijk milieu is zij vaak aangetroffen.