H. Eggelte, Veldgids Nederlandse flora, KNNV Uitgeverij, Utrecht, 2000, 424 pag., >1500 ill., ƒ 69,50, ISBN 90-5011-135-1. — Deze nieuwe Veldgids draagt de gezamenlijke signatuur van de Vereniging voor natuur- en milieueducatie IVN en de Nederlandse vereniging voor veldbiologie KNNV, en is daarmee een belangrijke uitgave. Het is een opvallend rijk van lijntekeningen voorziene Flora die ca. 1800 soorten behandelt via een bijzonder opzoeksysteem waarbij telkens groepen van planten met eenzelfde kenmerk bij elkaar staan. Het accent ligt daarbij naar verluid op duidelijk waarneembare en bij voorkeur vegetatieve kenmerken. Sleutel en bijbehorende figuren staan steeds op tegenoverstaande pagina’s, zodat een determinatie zich direct laat illustreren. Flora’s als de “Heukels” en de “HH&T” werken volgens de auteur van deze veldgids met lastig te hanteren (dichotome) determinatiesleutels. Misschien is dat ook wel zo, maar de oplossing die in deze gids gekozen is biedt hierin geen verbetering. Hier wordt namelijk de alternatieve determinatievraag eenvoudig weggelaten, zodat het tegengestelde van een bepaalde determinatievraag onveranderlijk luidt: “plant anders”...! In lange tabellen is het dan ook erg opletten geblazen. Dit is denk ik de moeilijkste manier van determineren in plaats van een vereenvoudiging. Een voorbeeld (pag. 141): de vraag “Bladeren (eventueel deels) verspreid” staat impliciet tegenover “niet aldus”; de kans dat je op deze wijze Herniaria goed determineert is beslist niet groter dan bij de eerder genoemde Flora’s. Door de niet-dichotome opbouw kost het bijna altijd meer tijd om op de juiste soort uit te komen dan met de gebruikelijke sleutels. In de grotere families en grotere genera is het determineren werkelijk lastig. Een schermbloemige determineren lukt niet of nauwelijks. Ook de kans dat je een Cerastium met deze sleutel juist determineert is gering, mede omdat er verkeerde kenmerken worden gebruikt. Voor de lastig te onderscheiden soorten van Polygala worden verschilkenmerken aangegeven die zelfs onjuist zijn, waardoor gebruik van deze sleutel altijd leidt tot een foute uitkomst. Maar ook het determineren van een eenvoudig herkenbare soort als Stinkende gouwe verloopt moeizaam: volgens deze gids (groepssleutel M of O) staan de bloemen niet in een scherm. Grassen en zegges determineren kan je beter met andere boeken doen.