Verspreidingskaarten van soorten op een rasterbasis kunnen worden gebruikt om te onderzoeken hoe zeldzaamheid en soortenrijkdom afhangen van ruimtelijke schaal. Ruimtelijk opschalen van een soort gebeurt door eenvoudigweg waarnemingen in hokken van het oorspronkelijke raster samen te voegen tot steeds grovere hokken. De aldus verkregen relaties tussen schaal en zeldzaamheid of soortenrijkdom kunnen vervolgens worden gebruikt om soorten naar beneden te schalen. Zo worden de soortenrijkdom en zeldzaamheid van soorten berekend op een fijnere schaal dan die van het oorspronkelijke waarnemingsraster. Dit artikel bespreekt verschillende schalingsmethoden. Beargumenteerd wordt dat hokken van één hectare beter aansluiten bij de doelstellingen van de natuurbescherming, dan de huidige kilometerhokken van FLORBASE. Distribution maps of species based on a grid are useful for investigating relationships between scale on the one hand, and both species richness and species rarity on the other. A species is scaled up simply by merging occupied grid cells on the observation grid to successively coarser cells. Relationships obtained in this way can be used to extrapolate species down, in other words to compute species richness and species rarities at finer scales than the observation scale. In this paper, we discuss spatial scaling methods. We hypothesize that a resolution of one hectare fits conservation purposes better than the current one square kilometre resolution of the Dutch national grid.