Over de verspreiding van de oeverzwaluw als broedvogel in ons land zijn weinig nauwkeurige gegevens bekend. In de lijst van de Commissie voor de Nederlandse Avifauna (Bierman c.s. 1962) van de in Nederland waargenomen vogelsoorten wordt de soort een vrij schaarse broedvogel genoemd (250-2500 paren). De geschatte aantallen werden door de leden van de Commissie verkregen door vergelijking met soorten waarvan het aantal wel bekend was. (Mondelinge mededeling Mörzer Bruijns). De betrouwbaarheid van de op deze wijze verkregen schatting wordt in deze lijst niet vermeld. Incidenteel is de oeverzwaluw in enkele delen van het land geteld in het kader van een avifaunistische inventarisatie van het desbetreffende gebied, b.v. Terschelling (Tanis, 1962), Texel (Van Orden c.s., 1963). Waardevol materiaal werd verder door Enkelaar in West Zeeuws-Vlaanderen verzameld gedurende de periode 1955-1963. Een indruk van de omvang van de totale Nederlandse populatie is uit deze gegevens niet te verkrijgen. Evenmin blijkt of de soort als broedvogel voor- of achteruitgaat. Wel is duidelijk, dat de oeverzwaluw in bepaalde delen van het land talrijker is dan in andere streken.