We hebben wat langer op de „Avifauna van Noord-Brabant” moeten wachten, dan was aangekondigd. Maar als we zien, hoeveel werk de samenstellers hebben verricht en het fraaie eindresultaat bekijken, is dit het wachten echt wel waard geweest. De resultaten van vogelinventarisaties geven vaak niet alleen een beeld van de verspreiding van soorten, maar ook van die der waarnemers. „Witte plekken” hoeven niet steeds op het afwezig zijn van soorten te wijzen; ze zijn herhaaldelijk ook het gevolg van het ontbreken van voldoende waarnemers. Dit is lang het geval geweest in Brabant. Maar de samenstellers hebben deze achterstand niet alleen volledig ingehaald, doch Brabant tevens op de allereerste plaats gebracht. Een voorbeeld voor alle overige provincies, waarvan alleen Limburg, dankzij het vrnl. eenmanswerk van de heer Hens een eervolle tweede plaats inneemt. De „Avifauna van Noord-Brabant” is duidelijk team-werk. Maar dan werk van een zo hecht team, dat een zeer plezierige eenheid in wijze van behandeling het verblijdende resultaat was. Het verrassende is daarbij, dat de samenstellers erin zijn geslaagd de droogheid, die een dergelijke publicatie veelal kenmerkt, grotendeels te vermijden. Hun avifauna is, ook in het ’t leeuwedeel opeisende „Overzicht van alle in Noord-Brabant waargenomen vogelsoorten”, boeiende lektuur, waarin dorre opsomming van data zoveel mogelijk werd vermeden en vervangen door leesbare karakteristieken omtrent het voorkomen der soorten. Voor een juiste waardering van het werk, dat hiervoor moest worden verzet, diene men vooral ook te bedenken, dat voor de meeste van deze karakteristieken de gegevens door het team in het veld moesten worden verzameld. Tot de leesbaarheid van het fraai uitgegeven boek draagt stellig bij, dat de auteurs herhaaldelijk ook ethologische en andere gegevens vermelden, die afwijken van hetgeen hierover bekend was, of dit aanvullen. Ook bedreigingen van de vogelstand worden vermeld. De leesbaarheid van het boek wordt nog verhoogd door de inleidende hoofdstukken over „Biotopen en vogelrijkdom”, „De Noordbrabantse landschappen” en „De avifauna van Noord-Brabant van de 15e tot de 20e eeuw”, geschreven door resp. V. F. M. Langenhoff, Drs. H. K. M. Moller Pillot en F. J. H. van Erve en Drs. W. H. Th. Knippenberg.