De wijfjesooievaar, die op bevrijdingsdag 5 mei neerstreek op het paalnest op het erf van de veehouder D. Maat, te Luxwoude, gaf dezer dagen „vliegles”. Zij deed plichtsgetrouw, alsof zij haar jongen het vliegen moest „voordoen”, maar het was een zinloze en ook tragische vertoning. Want er zijn helemaal geen jongen en er is ook geen mannetje geweest. Deze eenzame „eibert” is de enige van haar soort, die in dit seizoen in Friesland een nest bewoont. Vogelkenners vrezen, dat dit wel eens de laatste „Friese” ooievaar kan zijn en dat in 1971 Friesland ook een provincie zonder ooievaars wordt, zoals er helaas al verscheidene zijn. En dan te bedenken, dat vorig jaar de Hearrewei te Luxwoude soms vol auto’s stond en er bussen met toeristen stopten om het zeldzame tafereel te aanschouwen van een ooievaarsnest met drie (levendige) jongen! De familie Maat kan eigenlijk nóg niet geloven, dat het nest niet meer volledig bewoond zal worden en dat het vertrouwde geklepper voorgoed zal verstommen. De ooievaars hebben ook zo lang hier hun woonstee gehad! Enkele jaren na 1930 waaide er van de stelp een schoorsteenbord af en direct begon een paartje ooievaars op de schoorsteen te bouwen. De Maats zagen de komst van de alom nog steeds „vereerde” vogels met vreugde, maar er zaten toch ook bezwaren aan de vestiging vast: weldra „roun de wite ferve by it dak del” en aangezien het drinkwater toen nog uit een regenwaterbak moest komen, ontstond er een onhoudbare toestand. De heer Maat die toen nog een jongen was, herinnert het zich nog goed:

Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

S.J. van der Molen. (1970). De laatste friese ooievaar gaf niet bestaande jongen „Vliegles” Is volgend jaar ,earrebarre’ in Friesland een uitgestorven vogel?. Het Vogeljaar, 18(5), 340–342.