In verband met het samenstellen van een avifauna van Zuidwest-Drenthe – die thans in vergevorderde staat van voltooiing is – zijn in dit deel van Drenthe intensieve inventarisaties uitgevoerd. Het resultaat was voor wat betreft de stootvogels opvallend gunstig. Sinds 1968 worden in Z.W. Drenthe het gebied grofweg liggend tussen Steenwij k, Meppel en Dwingeloo en de gemeenten Vledder, nagenoeg geheel Havelte en grotendeels Diever omvattend – waarnemingen verricht, die alle door de NJN afd. Frederiksoord werden gecoördineerd. Reeds vanaf het begin is een speciaal aksent gelegd op de stootvogels. In 1968 en 1969 zijn partiële inventarisaties en tellingen verricht waarmee een redelijk inzicht in de vogelwereld was verkregen. In 1970 is het gehele gebied concencieus geïnventariseerd, evenzo in 1971, zodat thans op verantwoorde wijze vergelijkingen mogelijk zijn. Zo werd vastgesteld dat de stand in 1970 opmerkelijk gunstiger was dan die geconstateerd was in ’68 en ’69. Ook in 1971 waren de aantallen broedgevallen hoger dan in ’68 en ’69. Vrij snel kwam vast te staan, dat de grote kwantiteit van stootvogels in 1970 toe te schrijven was aan een veldmuizenplaag; het bleek een veldmuizenjaar te zijn. Vooral de stootvogels, die als predatoren muizen nodig hebben voor hun voedsel, bleken sterk in aantal te zijn toegenomen. Ransuil en torenvalk scoorden zeer hoge aantallen; buizerd en boomvalk gingen vooruit en de sperwer werd voor het eerst (sinds 1967) vastgesteld.