Hoewel de lucht grijs was, het motregende en de weersvoorspellingen somber waren, besloten we de zaterdag (22 dec. 73) vóór de kerst (het kon toen nog) toch maar te gaan Flevoën. We kozen de Flevopolders omdat er naar we gehoord hadden Zeearenden foerageerden en het was jaren geleden dat we er eentje boven de Hoge Veluwe zagen cirkelen. Om ons steentje bij te dragen voor de avifauna van Nederland zouden we het aantal stootvogels dat we zagen noteren. Zodra we de brug voorbij Muiderberg over het Gooimeer over waren, zagen we de eerste Torenvalk al op een paaltje zitten. Als we wat zachter gaan rijden, wiekt hij snel en stijlvol omhoog om een ietsje verder in de lucht balancerend de situatie in ogenschouw te nemen. Het was de eerste van in totaal 44 Torenvalken die we zagen op onze 120 km lange tocht door Zuidelijk en Oostelijk Flevoland, dus 1 op 2,7 km. Op landbouwwerktuigen, in boompjes, op verkeersborden, strobalen, overal verspreid troffen we ze aan; ieder in zijn eigen jachtterrein.