De laatste systematische gegevens, die over botulismus bij watervogels in ’Het Vogeljaar' zijn verschenen, hebben betrekking op 1977 (Haagsma et al., 1978) De geringere publiciteit is te wijten aan het sindsdien sterk verminderde optreden van botulismus. Deze gunstige ontwikkeling hangt ongetwijfeld samen met het minder goede zomerweer gedurende de laatste jaren en ondersteunt hiermede de stelling dat het optreden van botulismus bij watervogels in Nederland in sterke mate afhankelijk is van de klimatologische omstandigheden gedurende de zomermaanden. In warme droge zomers met veel zonneschijn komen hogere watertemperaturen voor en met name deze situatie zal het gevaar voor botulismus sterk vergroten. Immers, snelle groei van de oorzakelijke bacterie Clostridium botulinum en de daarmee gepaard gaande toxinevorming kan alleen optreden bij een temperatuur van 20° C of hoger. Vooral aan het aantal uren zonneschijn wordt grote waarde toegekend en uit tabel 1 blijkt dat in dit opzicht de balans duidelijk negatief was gedurende de laatste 4 jaren.