In december 1980 is er door een aantal Controleurs – Vogelwet 1936 een brief gestuurd aan alle Controleurs – Vogelwet 1936, waarin gesteld werd dat er een groeiende ontevredenheid heerste onder de Controleurs – Vogelwet 1936. Er werd voorgesteld tot de oprichting van een landelijke organisatie van Controleurs – Vogelwet 1936 te komen. Meer dan 300 Controleurs – Vogelwet 1936 uit het hele land reageerden hierop positief en velen voorzagen hun reactie van enig commentaar. De ontevredenheid bleek duidelijk aanwezig en betrof onder meer de volgende zaken: – Over de rechtspositie van de Controleurs – Vogelwet 1936 bestaat grote onduidelijkheid. – Coördinatie van de werkzaamheden der Controleurs – Vogelwet 1936 is nauwelijks aanwezig. – Hoe staat het met verzekering, bij schade of lichamelijk letsel ontstaan tijdens uitoefenen van functie? – De onduidelijkheid omtrent de nieuwe Vogelwet en de waarschijnlijk zeer geringe mogelijkheden voor de Controleurs – Vogelwet 1936 om hierover hun visie te geven cq inspraak te hebben. – Het beleid van CRM wat betreft de Vogelwet 1936. Dit is niet zozeer een zaak van de Controleurs – Vogelwet 1936, maar de onduidelijkheid en de willekeur in dat beleid geven aanleiding tot een ontevredenheid en een dal=lende motivatie bij veel Controleurs – Vogelwet 1936. – De opleiding van de Controleurs – Vogelwet 1936 blijkt te beperkt. Wetskennis is geen probleem, maar ervaring en kennis over de manier van optreden bij overtredingen ontbreekt bij veel nieuwe Controleurs – Vogelwet 1936. – De houding van justitie in strafzaken. De Controleurs – Vogelwet 1936 denken hierbij vooral aan de vaak zeer lage boetes bij overtredingen en de teruggave van in beslaggenomen Goudvinken aan de verdachte, op last van de rechter. Dit alles gesignaleerd hebbende werd besloten tot de oprichting van een Landelijke Organisatie van Controleurs – Vogelwet 1936, om te proberen gezamelijk de bestaande situatie te verbeteren. De meer dan 300 Controleurs – Vogelwet 1936, die positief gereageerd hadden, werden uitgenodigd voor de oprichtingsvergadering op 4 april 1981 te Amersfoort.