Van 1974 tot 1981 heb ik mijzelf gekweld door op 861 dagen en 3819 uren ongestuwde roofvogeltrek te tellen op de Zuidwest-Veluwe. Deze marathon-zit leverde 5363 trekkende roofvogels op; vergeleken met de aantallen op de stuwingsposten her en der in Europa niet bijster indrukwekkend. In het najaar van 1981 zag ik af van verdere tellingen op de Zuidwest-Veluwe en vatte ik het plan op mijzelf te verwennen met gestuwde trek. Daarbij kon ik natuurlijk wel de platgetreden paden naar Falsterbo of de Bosporus betreden, maar waarom niet het aangename met het nuttige verenigen door een telpost uit te kiezen waarvan niets of weinig bekend was. De suggestie van Peter Meininger en Wim Mullié om de trek over Suez onder de loupe te nemen, viel dan ook in goede aarde.