’De avifauna van Ameland’ (A. Valk, maart 1976, uitgave KNNV) geeft een gedetailleerd en objectief verslag van de vogelrijkdom op dit Waddeneiland, die ondanks toegenomen recreatie, autoverkeer en moderniseringen in de agrarische sector, nog steeds indrukwekkend is. Weliswaar schommelen de aantallen per soort soms behoorlijk naar boven of naar beneden, bijvoorbeeld bij Grauwe Klauwier, Tapuit, kiekendief, Velduil en Paapje, maar in alle eilander biotopen valt nog veel te genieten en te observeren. Met name ook de weidevogels, broedend op landerijen, in sommige duinen en zoute weiden, bereiken op Ameland dichtheden, die tot de hoogste in ons land behoren. Langs de gehele Waddendijk van Hollum tot Het Oerdt zijn de vogelgeluiden in de broedtijd niet van de lucht en onderstrepen de goede kwaliteit van dit weidevogelland, ondanks de destijds ingrijpende ruilverkavelingen en moderne bedrijfsvoering in de veeteelt. Talloze kruidenrijke en vochtige sloten en greppels bieden veel dekking en voedsel aan jonge vogels, Watersnippen blaten, de Kemphaan valt er nog te observeren en Tureluurs zijn hier aanwezig met zeker enkele honderden paren. Kluten broeden op weilanden en zoute weiden, het aantal broedparen bereikte dit jaar een hoogtepunt, circa 100 paren. De bestaansbasis voor deze rijke weidevogelpopulatie is verder te vinden in de nabijheid van het voedselrijke wad, de talrijke ruige hoekjes, het bescheiden wegennet en het weinig intensieve verkeer. Een grote rol speelt ook de uiteenlopende exploitatie van de relatief kleine boerenlanden, waardoor beweide percelen worden afgewisseld door hooilanden, lang braakliggende gronden en gedeeltelijk gemaaide graslanden voor de vroege rijkuil. Het ontwateringspeil is over het algemeen gunstig voor de weidevogels en mede oorzaak voor een overvloed aan plantensoorten met de daarmee samenhangende insektenrijkdom.