Als functionarissen, belast met het voorkomen van aanvaringen tussen vliegtuigen en vogels, staan ondergetekenden telkens voor de moeilijke keuze of er moet worden opgetreden tegen vogels nabij de startbaan. Wanneer de dieren daar rustig zitten en zich van de voorbijrazende straaljagers niets aantrekken blijkt het lang niet altijd verstandig te zijn om ze te verjagen. In plaats van te vertrekken kunnen de vogels geruime tijd kris-kras rond blijven vliegen en een groot gevaar voor de vliegtuigen betekenen. Maar ook een ogenschijnlijk rustig foeragerende groep kan gevaar inhouden. Want plotseling maken zich daaruit vogels los of worden dieren van elders aangetrokken. Vaak zijn het botsingen met zulke solitaire passanten, die tot catastrofale gevolgen leiden.