Over de voorlopige vorderingen van de relatieve telresultaten met betrekking tot het voorkomen van de Waterral (Rallus aquaticus) in Nederland, werd door Vergeer (2000) mededeling gedaan, in verband met het Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (LSB) en de Nieuwe Nederlandse Broedvogelatlas. In figuur 3 (de kaart van Nederland) van deze mededeling, komen stippen voor in verschillende grootte. Elke stip vertegenwoordigt een geschat aantal territoria op 25 km2 of één blok. Dat aantal ligt ergens tussen het opgegeven minimum en maximum. Tevens komen er cirkeltjes in voor, waarvan de schatting nog ontbreekt, hetgeen wel inhoudt dat er minstens één territorium in zo’n blok voorkomt. Het geschatte aantal territoria van de 198 (199?) blokken (524 -1372) en van de 143 cirkeltjes komt voorlopig op 667 – 1515 territoria. Dit lijkt Vergeer vooralsnog aan de voorzichtige kant en hij stelt vervolgens, dat de atlasblokken die rijk zijn aan uiterwaarden, moerassen en dergelijke, nog flink wat Waterrallen moeten herbergen’.