Met ingang van het seizoen 2000-2001 was voor het eerst de jacht op ganzen in Nederland geheel gesloten. Twee seizoenen eerder, in 1999-2000, herbergde onze natie zowel in november als december meer dan een miljoen ganzen. Het maximum van dat seizoen viel in januari met 1.300.000 individuen. Sovon (2001) berekende dat sinds 1993-1994 de verblijftijd van wilde ganzen op de Nederlandse pleisterplaatsen gedurende de periode van september tot mei met 7% per jaar toenam. Aannemelijk is dat de stopzetting van de jacht tot effecten kan leiden waardoor de groei nog ten minste enige tijd zal doorgaan. Daarbij komt dat als gevolg van de succesvolle en vooralsnog sterk expanderende vestiging van broedende ganzen, ook gedurende de maanden juni tot en met augustus zich duizenden ganzen binnen de grenzen ophouden. Stopzetting van de ganzenjacht was een van de successen die vogelbeschermend Nederland de laatste jaren op zijn conto kon bijschrijven. Het zou onjuist zijn daarmee de bescherming van wilde ganzen in Nederland te beschouwen als een succesvol afgehandeld agendapunt. Met over enkele decennia misschien wel een naar de twee miljoen lopend aantal overwinterende ganzen binnen de grenzen van het snel veranderende Nederland, samen met de eveneens veranderende gewoonten van de ganzen zelf, kan het nodig blijken het nationale ganzenbeleid spoedig bij te sturen.