Het zien van een hybride van Bonte Kraai en Zwarte Kraai is een wens die ik al heel lang koester. Of beter gezegd: koesterde, want zonder het te weten had ik er namelijk al één gezien èn gefotografeerd. Dat was op Ameland in het najaar van 2000. Op het Noordzeestrand bij paal 14 hipte ons een ogenschijnlijk zuivere Bonte Kraai op enkele meters voorbij om zich te goed te doen aan aangespoeld zeebanket. Een durfal voor een bonte, dacht ik nog. Een tweede gedachte, bijvoorbeeld dat Bonte Kraaien zich zelden laten benaderen laat staan zelf het initiatief daartoe nemen, kwam vervolgens niet bij me op. In december 2002 staken mijn vrouw en ik opnieuw de waddenzee over voor een weekje Ameland. Ter voorbereiding spitte ik alle vogelgidsen en kraaienboeken nog eens door om scherp te krijgen waar je bij een hybride nou precies op moet letten. En ineens drong het tot me door dat de typische voorbeelden in de literatuur niet altijd stroken met de werkelijkheid. Kortom: de hybride kan een kraai in bonte kleren zijn, maar is het niet.