Bij het uitwerken van nestkastgegevens vroeg Dick Jonkers zich in 1989 al af: ‘Wat is er met de Ringmus aan de hand?’ In de periode daarvoor leek het nog redelijk goed te gaan met deze soort, maar nu waren er tekenen dat de soort achteruitging. Uit gegevens van een vierjarig monitoringonderzoek in een veertigtal gebieden naar het voorkomen van de Ringmus Passer montanus werd vastgesteld dat de populatie tot 1978 toenam. In 1979 daalde de populatie weliswaar, maar daarna volgde een kleine opleving, gevolgd door jaren met een ‘scherpe’ populatiedaling. Zowel Jonkers (1989), Berck (1988) als Herroelen (1998) meldden in hun literatuuropgaven populatiedalingen in diverse West- en Midden-Europese landen. Zij staan daarin niet alleen. Zie hiervoor onder andere Summers-Smith 1986 en Bijlsma et al. 2001.