De Zeearend Haliaeetus albicilla is als broedvogel terug in Nederland. Eind april 2006 kwamen in de Oostvaardersplassen de eerste jongen uit. Dat nieuws in de landelijke media trok vanzelfsprekend ruim de aandacht. Ook op het Eurobirdnet en het Ringersnet gonsde het van de berichten. Jan Dijk schreef: “In de Oostvaardersplassen, het natuurgebied van Staatsbosbeheer tussen Almere en Lelystad, heeft een zeearendenpaar dit voorjaar een nest gebouwd en eieren uitgebroed, meldde Staatsbosbeheer. Lange tijd werd het niet voor mogelijk gehouden dat de Zeearend, de grootste arend van Europa, in een dichtbevolkt gebied als Nederland zou kunnen broeden. Ecoloog Frans Vera van Staatsbosbeheer noemt het broedende zeearendenpaar ‘de kroon op de natuurontwikkeling in de Oostvaardersplassen’. De vogel past volgens hem in dit natuurgebied. In de Oostvaardersplassen moet de natuur met zo min mogelijk menselijk ingrijpen zijn weg vinden. Zeker aan het eind van de winter liggen hier zodoende geregeld kadavers van Edelherten, die voor de Zeearenden dan een belangrijke voedselbron vormen. Hoeveel kuikens het zeearendenkoppel heeft, is nog niet te zien. De vogel legt normaal gesproken per keer één tot drie eieren. Een kijkje nemen bij het nest om de kuikens te tellen kan vogelaars en andere nieuwsgierigen duur komen te staan. Het natuurgebied in Flevoland is grotendeels afgesloten voor bezoekers, maar om verstoring te voorkomen is als extra voorzorg rond het nest een zone ingesteld waar geen mensen mogen komen. Wie dat toch doet, kan een boete van € 2000 krijgen. ‘Staatsbosbeheer bewaakt het nest en de directe omgeving permanent’, verzekert de natuurbeheerder. Hoewel er geen bewijs is, gaat Staatsbosbeheer ervanuit dat de Zeearend in een ver verleden ook al in Nederland broedde. Nu bouwt de vogel zijn nesten voornamelijk in uitgestrekte, waterrijke gebieden in Duitsland, Polen en Zweden. De laatste jaren breidt de Zeearend, ook wel de gier van het noorden genoemd, zijn broedgebied richting het westen uit. De Zeearend is de grootste arend van Europa en kan een vleugelspanwijdte tot tweeëneenhalve meter hebben. De vogel eet aas, andere vogels en vis.”