Vogels en (militaire) vliegtuigen delen het luchtruim. Meestal gaat dit goed, soms komen ze met elkaar in botsing. Vogels overleven zo’n botsing niet en een enkele keer wordt ook het vliegtuig beschadigd. Beschadigingen aan het vliegtuig kunnen uiteenlopen van een deukje in de beplating, een gebroken ruit van een helikopter tot een afgeschreven motor. Al meer dan dertig jaar doet de Koninklijke Luchtmacht aan vogelaanvaringspreventie, zoals dat zo mooi heet. Tijdens start en landing, dus op en rond het vliegveld, is de kans op een aanvaring het grootst, maar ook wanneer het vliegtuig is opgestegen en op relatief lage hoogte zijn oefening afwerkt, komen vogelaanvaringen voor. Voor de vogelaanvaringspreventie tijdens start en landing zijn ‘vogelmannen’ het belangrijkst, die zorgen dat er zo min mogelijk vogels op en om het vliegveld vliegen. Voor de preventie van aanvaringen in volle vlucht zijn vooral vogeltrekwaarschuwingen, gebaseerd op radarwaamemingen van vogelaantallen, onmisbaar: bij te hoge vogeldichtheden in de lucht passen piloten hun vlucht aan of stellen deze uit. Sinds 2006 worden naast de vogeltrekwaarschuwingen, die geldig zijn voor een periode van slechts twee uur, nu ook voorspellingen voor de komende dagen uitgegeven. Op deze manier kan de vlieger beter plannen en hoeft een oefening niet meer op het laatste moment te worden afgeblazen.