Vogeltrek is een intrigerend fenomeen. Lang geleden was daar weinig over bekend en dacht men dat vogels een winterslaap hielden en daarom in die periode uit het zicht bleven. Zo zouden zwaluwen in de herfst in de modder kruipen en pas in het voorjaar weer tevoorschijn komen. Ook dacht men toen dat er vogels waren die van gedaante wisselden, de Koekoek zou ‘s winters in een Sperwer veranderen. Onderstaand artikel zal ingaan op wat er inmiddels – door onderzoek aan trekvogels – bekend is geworden over het hoe en waarom van de vogeltrek. Ook komt de historie aan bod van het vogels vangen op vinkenbanen langs de kust en hoe dit oude ambacht nog steeds wordt gebruikt voor ringonderzoek. Speciale aandacht gaat uit naar de ontwikkelingen bij de Vink.