Zuid-Amerika herbergt rond de 3100 vogelsoorten. Dat is inclusief de ver over de driehonderd soorten afkomstig uit Noord-Amerika die afzakken naar het zuiden om er te overwinteren. Dat betekent dat ruim dertig procent van de vogelsoorten van deze wereld, te vinden is in Midden- en Zuid-Amerika, in het neotropische gebied. Vogelaars die bezig zijn met een wereldlijst van door henzelf waargenomen soorten, kunnen zich dus niet veroorloven het continent links te laten liggen. Doen ze dat wel, dan raken ze ver achter op collega’s die wel regelmatig afreizen naar landen als Peru, Bolivia, Brazilië, Ecuador of Venezuela. Velen doen dat in hun eentje. Vaak ook in een groepje bekenden onder elkaar of onder de paraplu van een vogelreisorganisatie. Ze kunnen rekenen op enerverende vogeldagen en een fikse groei van hun particuliere lijst. De meest soortenrijke natie van het continent en trouwens van de hele wereld is Colombia. Omdat het daar echter niet overal pluis is zijn er dat uit dat land wat minder vogelreisverslagen voorhanden. Maar ‘wereldlijstvogelaars’ zijn bereid veel te riskeren. Ook in Colombia marcheren ze dus in ganzenpas over junglepaden en langs de hellingen van de Andes.