De meeste van de zeventien soorten pinguïns (Spheniscidae) in de wereld komen voor rond de sub-Antarctische eilanden in de Zuidelijke Oceaan. Het zijn meest kolonievogels, bijzonder boeiend in gedrag en vaak kleurrijk. Dat maakt pinguïns tot een tot de verbeelding sprekende familie. Overbevissing lijkt nu een bedreiging voor een aantal soorten, met name voor de soorten die in gematigder zones leven, waar de visindustrie het meest actief is. Op land wordt de soort in het algemeen wel prima beschermd, met name in het Nieuw-Zeelandse territorium en op Antarctica. In zones waarin gevist wordt laat de bescherming te wensen over. De auteur heeft de meeste soorten van deze fascinerende familie in hun leefgebied geobserveerd en doet kort verslag naar aanleiding van reizen naar de Falklandeilanden, Zuid-Georgia, Antarctica, de Galapagoseilanden, Chili, de Tristan da Cunha-archipel en de Nieuw-Zeelandse en Australische sub-Antarctische eilanden.