Minimaal twee kategorieën mensen liggen 's nachts wakker bij een bulderende noordwesterwind: zeelui (en hun familieleden) en vogelaars. Maar de nacht van 26 september kende geen klimatologische hoogstandjes en derhalve konden zeelui gerust slapen en vogelaars balen dat het weer niks werd met de zeevogels. Op 27 september vertrokken een 12- tal Avifaunaleden dan ook niet naar de Hondsbossche Zeewering maar naar de Lauwersmeer. Onder een laaghangende bewolking waar af en toe wat motregen uit viel, konden grote troepen watervogels met behulp van de nodige optiek bekeken worden: duizenden eenden verdeeld over een dikke tien soorten, kleine en krombekstrandlopers, zwarte en groenpootruiters, brand- en grauwe ganzen etc. Niet verrassend, maar wel fijn was de aanwezigheid van twee slechtvalken bij het Jaap Deensgat. Verderop vloog een smelleken ons rakelings voorbij en werden dodaarzen opgemerkt. In Lauwersoog vloog een ijsgors over en schreeuwde een waterral moord en brand. Aldaar bleek ook dat voor sommige zichzelf respekterende vogelaars koffie, patat en vogelen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.