Nederland is van bijzondere betekenis voor de Europese populatie van de Kleine Zwaan Cygnus columbianus bewickii. Deze populatie bedroeg halverwege de jaren tachtig ongeveer 17.000 vogels (Monval & Pirot 1989). Er zijn de laatste jaren indicaties dat de populatie gegroeid is. 50 procent daarvan verblijft gelijktijdig in Nederland (SOVON 1987). Tijdens de midwintertelling van januari 1990 werden er bijvoorbeeld bijna 13000 exemplaren in ons land vastgesteld (van den Bergh 1992). In de provincie Groningen ligt een aantal gebieden van betekenis voor de Kleine Zwaan. De Lauwersmeer behoort tot een van de belangrijkste pleisterplaatsen in Nederland waar in de herfst enige duizenden vogels pleisteren. De aantallen in de Onner- en Oostpolder zijn kleiner maar het gebied is gedurende een langere periode in trek bij de Kleine Zwaan (van den Brink et al. 1992). Sinds 1985 zijn door ons in Nederland en Duitsland op verschillende locaties bijna 300 Kleine Zwanen gevangen en voorzien van kleurmerken. In dit artikel willen wij de aandacht vestigen op dit onderzoek en aan de hand van de eerste resultaten enig inzicht verschaffen in de betekenis van de diverse pleisterplaatsen in de provincie Groningen.