De opkomst voor deze lezing was heel goed. Rond 8 uur hadden zich 35 leden verzameld om Hans Esselink te horen vertellen over het succes van de Grauwe Klauwier in het Bargerveen, waar de stand sinds 1987 is toegenomen van 4 naar 128 paar, terwijl de soort elders in Nederland bijna totaal verdwenen is. Het was geen gemakkelijk verhaal. Ondersteund door fraaie dia’s van onder meer opgeprikte prooien deed Esselink een poging om uit te leggen waarom de Grauwe Klauwier waarschijnlijk een heel goede indicator is voor de draagkracht en intactheid van een natuurlijk ecosysteem. Het gaat hier om de overschakelfactor: als de ene prooisoort (in dit geval allerlei grote insekten) in aantal afneemt zal er een andere moeten toenemen om de seizoenscyclus van de Grauwe Klauwier niet te verstoren, en om uiteindelijk een nest jongen te laten uitvliegen. Vroeger werd vaak gedacht dat een toppredator, bijvoorbeeld de Havik, een goed beeld zou geven van de natuurwaarde van een gebied, maar dit is niet zo, omdat het een dergelijk beest weinig uitmaakt of hij nu zoogdieren, allerlei vogels of slangen eet.