De Scholekster Haematopus ostralegus is een soort die het de laatste jaren erg moeilijk heeft in Nederland. In een van zijn belangrijkste broedgebieden, het Waddengebied, daalt het aantal broedparen al sinds begin jaren negentig (Dijksen & Koks 2003). Ook het broedresultaat is heel erg slecht. De laatste vijf jaar werden er bijvoorbeeld bijna geen jonge Scholeksters vliegvlug in twee onderzoeksgebieden, op Schiermonnikoog en Texel (Bruinzeel & van de Pol 2003). Als deze tendens zich voortzet zou dit op den duur zelfs kunnen leiden tot het verdwijnen van de soort als broedvogel in het Waddengebied. Dit roept de vraag op of de Scholekster eigenlijk een alternatief heeft, een plaats waar nog wel succesvol gebroed kan worden. De soort broedt bijvoorbeeld ook in stedelijke omgeving, een biotoop dat snel in oppervlakte toeneemt (CBS 2001). In dit artikel probeer ik de vraag te beantwoorden of het stedelijk gebied een alternatief broedgebied kan zijn voor de Scholekster nu het in het Waddengebied zo slecht gaat met deze soort.