Recensie: Dragonflies of the World, J. Silsby, 2001

“Een glanzend zwart lijf bespat met oker, een kantachtig filigrein van in lichtend goud afstaande aders, vleugels overgoten in amber, bezet met schaduwplekken die in de zon sprankelen als iriserende juwelen: amethist, saffier of robijn, afhankelijk van de inval van het licht.” Dat is vrij vertaald de beschrijving van Rhyothemis graphiptera die recent verscheen in de nieuwsbrief van de internationale libellenvereniging. Het nummer was gewijd aan de lievelingslibellen van de leden. Met de grote foto van deze soort op de voorkant van ‘Dragonflies of the World’ is de toon gezet: libellen zijn mooi en fantastisch! Het boek wordt in het voorwoord gepresenteerd als het complement op Corbet’s degelijke, maar daarom wat stugge, ‘Dragonflies: Behaviour and Ecology of Odonata’ (zie Brachytron 4(1):29-30). Beschrijft dat boek ieder detail over het gedrag en de ecologie van libellen, dit boek geeft een beeld van de diversiteit en de pracht van de groep. Na enkele korte, inleidende hoofdstukken (zie immers Corbet voor de details) volgt dan ook de kern van het boek: het hoofdstuk ‘Odonata around the World’, dat bijna drie vijfde van het totaal van ruim 200 pagina’s beslaat. Hierin passeren alle families van libellen de revue, elk uitbundig voorzien van kleurenfoto’s. Aangezien er van de 29 families maar 9 in Nederland voorkomen, komt er heel wat exotisch voorbij. In het boek zijn meer dan 300 soorten afgebeeld: dat is ongeveer één op de twintig soorten die wereldwijd voorkomen. Dat er redelijk wat handfoto’s bijzitten kan enerzijds beschouwd worden als een minpuntje, maar anderzijds schept het perspectief op het formaat van de soorten en op het feit dat van veel soorten foto's van vrije dieren helemaal niet bestaan. Zowel de tekst als de foto’s zijn grotendeels afkomstig van Silsby, die een prettige, enthousiaste, zeer Engelse, maar ook weer niet té gezellige schrijfstijl heeft. Ook aardig zijn enkele hoofdstukken geschreven door specialisten. Deze behandelen de vlucht, bescherming en kleuren van libellen, evenals het opkweken van larven. Dat de specialist van de evolutie van libellen zijn hoofdstuk gebruikt om zijn wetenschappelijke opponenten te pareren, past hier niet echt, al is het zeker interessant om te lezen. Het zal de pret niet drukken, want dit boek levert uren kijk- en leesplezier. Voor wie nu dacht dat je voor het mooiste uit de libellenwereld in het buitenland moet zijn: wees gerust, want tussen de Australische, Amerikaanse en Afrikaanse schoonheden op de kaft prijkt onze eigen Paardenbijter (Aeshna mixta).