In 1993 verscheen van de hand van Harald Heidemann en Richard Seidenbusch het standaardwerk om exuviae van libellen te determineren. Er is nu een geheel vernieuwde uitgave verschenen, gebonden en met harde kaft, bij een andere uitgever. En dat is goed nieuws, want 'Die Libellenlarven Deutschlands’ geldt nog steeds als één van de beste werken om exuviae van libellen mee te determineren. Ten opzichte van de uitgave van 1993 zijn er slechts weinig verschillen. De inleidende hoofdstukken zijn iets geactualiseerd en hebben een wat logischere volgorde gekregen. Verder zijn er in de nieuwe uitgave enkele nieuwe foto’s opgenomen die helaas allemaal in zwart-wit zijn afgedrukt. Ten dele zijn het bijzondere opnames zoals bijvoorbeeld de foto van larven van de zeldzame Siberische waterjuffer (Coenagrion hylas). Opvallend is verder een fraaie opname van een larvenhuidje van de Tweevlek (Epitheca bimaculata) die in de eerdere uitgave van 1993 een kwartslag gedraaid bleek te zijn. Een ander opvallend verschil met de uitgave van 1993 is gelegen in de taxonomische notities. De auteurs staan erom bekend dat ze aan de hand van de bouw van de larven bepaalde soorten libellen in een apart geslacht zetten of juist soorten uit aparte geslachten lumpen in één geslacht. Zo wordt de Houtpantserjuffer (Lestes viridis) niet in het geslacht Lestes ondergebracht, maar in het voor de meeste lezers onbekende geslacht Chalcolestes. En de Zadellibel (Hemianax ephippiger) wordt in dit boek geplaatst bij de keizerlibellen in het geslacht Anax. Deze taxonomische inzichten werden in de uitgave van 1993 uitgebreid besproken en onderbouwd. In de nieuwe uitgave zijn de taxonomische notities bij sommige soorten sterk ingekort.