Onder onze verzameling van Indische levermossen bevond zich, sedert lang, eene soort van Plagiochila, die mijn vriend Molkekboer, wegens hare daarmede zeer overeenkomende habitus, voorloopig tot Pl. superba Nees had gehragt. Door menigvuldige bezigheden werden wij steeds verhinderd, om aan ons voornemen ter naauwkeuriger onderzoeking dezer verzameling, gevolg te geven, zoodat die plant onder diennaam met zoo vele andere, nog onbeschrevene, fraaije mossoorten verscheidene jaren bleef leggen. Het overlijden van mijn’ vriend, waardoor de zorg voor de bewerking der Indische loofmossen op mij alleen rustte, was de reden, dat ik tol het besluit moest komen, om van het verder onderzoek dezer Hepaticae af te zien, en dit geheel over te laten aan mijn’ vriend, l)r. van deu Sande Lacoste, die zich reeds door een veeljarig grondig onderzoek der Europesche levermossen daarvoor speciaal had voorbereid, en die ook door de bewerking der inlandsche Hepalicte,voor den Prodromusfl.Batavae, overvloedig geloond had, voor die taak volkomen berekend te zijn. Dat zijn arbeid hieraan, voor de wetenschap reeds vruchtbaar geweest is, getuigt zijne ontdekking van onderscheidene fraaije plantensoorten uit die familie, waarvan de korte diagnosen in het Kruidk. Archief, !Jdc Deel, 4dc Stuk zijn geplaatst; terwijl zijn voortdurende ijver, in de bewerking van deze en van de Junghuhniaansche verzameling, nog veel zeldzaams belooft aan den dag te brengen. Hij maakte mij nu onlangs opmerkzaam, dal de bedoelde plant niet volkomen aan de beschrijving en afbeelding van Pl. superba, in de Species Hepaticarum van Lindenberg, pag. 80 Tab. XVII. beantwoordde. Ken nader onderzoek overtuigde mij van het wezenlijk soortsverscliil lusschen deze planten; weshalve ik gemeend heb, de beoefenaars dezer plantcnfamilie met de bekendmaking van deze nieuwe soort te zullen verpiigten. Aangezien echter de uitvoerigste beschrijving van die, slechts door den mikroskoop te onderscheiden planten, alleen verstaanbaar is voor hen, die zich vooraf, door speciale studie der Hepatic®,met zulke beschrijvingen hebben gemeenzaam gemaakt, achtte ik het niet overbodig, deze Plagiochila met hare analijse te doen afbeelden, Ik had daarbij ook op het oog, dat de plaatsing van zoodanige afbeelding in dit Tijdschrift, hetwelk voornamelijk bestemd is, om in Nederland de beoefening der kruidkunde, als wetenschap, in alle hare deelen te bevorderen, welligt velen moge aansporen, om nadere kennis te maken met deze krijptoj-amische planten, waarvan in ons land, zoowel als in onze overzeesche bezittingen, zoo vele fraaije vormen voorkomen. Het zal mij daarom bijzonder aangenaam zijn, om ook tot dit doel te kunnen medewerken, door medcdceling van deze en andere planten uit mijn herbarium aan allen, die daarin belang mogten stellen. Over de benaming dezer plant heb ik alleen aan te merken, dat ik het niet meer dan pligtmalig heb geoordeeld, om den naam van v. d. Sande te verbinden aan een en der fraaiste vormen dezer plantenfamilie, bij welker bewerking hij met zoo goeden uitslag hot, voorwaar niet gemakkelijk, voetspoor heeft betreden van den beroemden Nees v. Esenceck. Hel was vooral door zijn onderzoek onzer Indische llepaiicadat deze beroemde kruidkundige is in staat gesteld geworden, om zijn, reeds op de studie der Europesche plantenvormen gegrond, uitmuntend systeem der levermossen ook op die der tropische gewesten toe te passen en uit te breiden, en waardoor een helderder licht is verspreid, over de toen nog duistere bewerktuiging dezer schoone gewassen.