De larven van deze libellen ontwikkelen zich in schone beken. In Nederland is uitsluitend C. boltonii in oostelijk Brabant en midden-liimburg aangetroffen. Het geslacht Cordulegaster is onder te verdelen in twee groepen: de C. boltonii groep en de C. bidentatus groep. Taxonomische verschillen zijn te vinden in: 1] de anale driehoek van de achtervleugel van de mannetjes (ca. 5 resp. 3 cellen), 2] de tekening op het "mid-thoracale segment" (vlek naar beneden doorlopend resp. beperkt tot het bovenste deel), 3] de tekening op het eerste abdominale segment (vlek onderaan resp. halverwege) en 4) de plaats van de distale tand aan de appendices van de mannetjes. Waar C. boltonii en C. bidentatus samen voorkomen is er ook een verschil in biotoop: zandige beken resp. bronnen.