In Nederland is gedurende de laatste decennia minimaal 55% van de oorspronkelijk kalkarme wateren verzuurd. Recente waterverzuring wordt veroorzaakt door de hoge atmosferische depositie van verzurende stoffen als zuur, zwavel- en stikstofverbindingen. De verzuurde wateren bevinden zich vooral op de hogere zandgronden in het zuiden, midden en oosten van het land en in de duingebieden ten noorden van Bergen. Het betreft hier enkele duizenden relatief kleine, ondiepe en geïsoleerde wateren als vennen, plassen en duinmeren. Deze wateren vormen een belangrijk biotoop voor libellen. In de kalkarme wateren is minimaal 32% van de inheemse libellensoorten waargenomen. Verzuring van deze ecosystemen heeft verregaande gevolgen voor de libellenfauna. Alhoewel de soortenrijkdom op zich niet signifikant afneemt, treden er als gevolg van verzuring wel grote veranderingen op in de soortensamenstelling en dichtheid van libellen. Verzuurde wateren vertonen een duidelijke overeenkomst wat betreft de samenstelling van de libellenfauna en herbergen meestal algemene soorten als Enallagma cyathigerum, Libellula quadrimaculata, Sympetrum danae en Lestes sponsa.

Contactblad Nederlandse Libellenonderzoekers

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie

Rob S.E.W. Leuven, Jos A.M. Vanhemelrijk, Michel M.J. Maenen, & Gerard van der Velde. (1988). Verzuring van oppervlaktewateren in Nederland en de gevolgen voor de Libellenfauna. Contactblad Nederlandse Libellenonderzoekers, 15(1), 3–5.