In de periode 1982-1986 (Teverenerheide) en in de periode 1984-1986 (Brunssumerheide en Schinveldse Bossen) werd onderzoek verricht naar het voorkomen van libellen in het Duits-Nederlandse grensgebied van oostelijk Zuid-Limburg. De geologische gesteldheid in deze gebieden wordt vooral gekenmerkt door afzettingen van Tertiaire en Kwartaire oorsprong. De voedselarme zandgronden van de Brunssumerheide en de Teverenerheide hebben zich in de loop van de vele eeuwen, waarin deze gronden vooral als heidegronden in gebruik waren, ontwikkeld tot diverse podzolgronden. Van de uitgestrekte heidevelden is thans alleen in de Brunssumerheide nog een aanzienlijke oppervlakte over. Het aandeel aan vochtige heide en drassige terreinen is in de onderzochte gebieden relatief gezien nogal gering.

Contactblad Nederlandse Libellenonderzoekers

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie

U. Krüner, J. Hermans, & H. van Buggenum. (1988). De libellen van het Duits-Nederlandse grensgebied; Teverenerheide, Brunssumerheide en Schinveldse Bossen. Contactblad Nederlandse Libellenonderzoekers, 15(1), 6–7.