Het kostte enkele jaren van voorbereiden en vele uren vergaderen voordat een ogenschijnlijk simpel idee werd uitgevoerd; de oprichting van een Nederlandse Zeevogelgroep (NZG). Sinds in 1966 in Groot Brittannië ’de’ Seabird Group werd opgericht zijn wereldwijd tal van zeevogelgroepen gevormd. Net als de Seabird Group is ook de NZG ontstaan uit (amateur) ornithologen die zeevogelverplaatsingen langs de kust observeerden en aanspoelende kadavers op de kust telden. Het belangrijkste idee achter de formatie van de NZG is de uitbreiding van zeevogelonderzoek naar de broedplaatsen en naar open zee. Veelgestelde vragen in de aanloopfase waren: Wat is er nieuw? Wordt alles niet al naar tevredenheid onderzocht? En: Wat is het bestaansrecht van een Zeevogelgroep, lopen we daarmee andere organisaties niet voor de voeten? Deze vragen zijn keer op keer gesteld en beantwoord. Tijdens dit proces ontwikkelde het eenvoudige ’idee’ zich dan ook tot een gedegen plan. Het antwoord op de vraag naar het bestaansrecht van deze nieuwe groep is met het verschijnen van deze SULA gegeven. Zonder in detail te willen ingaan op de beweegredenen lijkt het verstandig om kort het doel van de NZG te schetsen. De NZG is in de eerste plaats een samengaan van twee groepen: de Club van Zeetrekwaarnemers (CvZ) en het Nederlands Stookolieslachtoffer-Onderzoek (NSO). Beide dreigden naar een kwijnend bestaan af te glijden en met de NZG zijn hun belangwekkende onderzoeken en omvangrijke archieven veiliggesteld en is een veel intensievere onderlinge samenwerking en uitwisseling van gegevens mogelijk. Het offshore onderzoek in Nederland was ondergebracht bij de CvZ, bij het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en bij de Dienst Getijdewateren van Rijkswaterstaat. Gehoopt wordt dat met de NZG de samenwerking tussen amateurs en professionals verbeteren zal. Het onderzoek naar de in ons land broedende zeevogels krijgt vanuit de NZG meer aandacht, overigens zonder dat beoogd wordt om bestaand onderzoek ’over te nemen’. Tal van ander zeevogelonderzoek, in of vanuit ons land uitgevoerd, zal door de NZG voor het voetlicht gehaald worden. Achterliggend doel bij alle activiteiten is een soepele uitwisseling van informatie, een intensievere samenwerking tussen amateurs, betaalde onderzoekers en verenigingen in ons land en vooral een hogere kwaliteit van zeevogelonderzoek. De initiatiefnemers van de NZG zijn ambitieus. De tijd zal leren of ze hun doelen te hoog stelden of niet. Met frisse moed is in elk geval begonnen om de plannen uit te voeren: de oprichting is een feit, SULA wordt voortgezet en verder verbeterd; themadagen en workshops zijn en worden georganiseerd. Indien voldoende geïnteresseerden zich bij het initiatief aansluiten door (actief) lid te worden zal de NZG geen dode mus blijken.