Vooral bij grote olie-incidenten bestaat de behoefte om te schatten hoe groot de slachting onder vogels precies is geweest Bij een schatting dient rekening te worden gehouden met factoren als: tijdspanne van de stranding ruimtelijke spreiding aandeel nog levende olieslachtoffers, betrokken soorten (pelagische soorten, kustgebonden soorten) en de daadwerkelijk vastgestelde aantallen. De ’internationaal geaccepteerde standaard’, om gestrande aantallen met 10 te vermenigvuldigen om tot een schatting van totale sterfte te komen, is onbruikbaar. Voorgesteld wordt om te komen tot een handleiding waarin onderzoekers op uniforme wijze tot een schatting kunnen komen waardoor zinloze overschattingen tot het verleden gaan behoren. Een heel ander probleem is de tot dusverre gebrekkige samenwerking in geval van calamiteiten. Routinematige strandtellingen en daarmee het onderzoek naar olieslachtoffers, worden ernstig verstoord bij een olie-incident, waneer (locale) autoriteiten zich met de registratie gaan bemoeien. Het risico van een totaal verloren gaan van informatie is groot, terwijl verschillen in methode vergelijkingen met incidenten onmogelijk maken. Samenwerking komt veelal te laat tot stand: suggesties voor verbetering worden gegeven.