Eind september werden er in de Noordzee, onder de Engelse oostkust drie Dwergvinvissen Balaenoptera acutorostrata waargenomen. Daarna zou het tot de tweede helft van november duren tot er van deze soort uit de Keltische Zee, ten zuiden van Ierland, weer zes werden gemeld (figuur 4). Uit hetzelfde gebied kwam de melding van een groep van vijf Grienden Globicephala melaena en op twee na alle dolfijn-tneldingen zijn afkomstig van buiten de Noordzee. In oktober werden op het Nederlandse deel van het Continentale Plat vijf Witsnuitdolfijnen Lagenorhynchus albirostris zien, een groepje van zes werd gezien voor de Engelse kust. Eind november stelden de waarnemers op de Tridens acht Tuimelaars Tursiops truncatus vast nabij de Scilly Eilanden. Gedurende de gehele maand november was de Gewone Dolfijn Delphinus delphis de meest algemene walvisachtige in het gebied dat zich uitstrekt tussen Bretagne, de Engelse zuidwestkust en het zuiden van Ierland. Er werden in totaal 175 exemplaren vastgesteld (23 waarnemingen), waarbij de grootste groepen 20 en 23 dieren omvatten. Uit België kwam een opmerkelijke waarneming van twee Witsnuitdolfijnen. In de eerste helft van december werden nabij Duinkerken een moeder met kalf waargenomen. Later werd aan de Belgische kust het vergane lijk van een Witsnuit-AVitflankdolfijn gevonden, gevolgd door de stranding (enige dagen later) van een 1.60 meter lang kalf. Bij 24 gelegenheden werden er onder de Engelse oostkust 73 Bruinvissen Phocoena phocoena gezien. Tijdens een Belgische survey werd in het Kanaal in oktober één Bruinvis gezien. Zowel in oktober als december namen zeetrektellers in Camperduin één Bruinvis waar.