Tijdens zeevogeltellingen vanaf het onderzoeksschip RV Tridens ten zuiden van Ierland in de Keltische Zee, in november 1994, werden zes Kleine Alken Alle alle waargenomen. Kleine Alken zijn in dit gebied geen gewone overwinteraars (Stone et al. 1995), ofschoon de soort in ’invasiejaren’ tot ver naar het zuiden kan doorvliegen en soms de Keltische Zee bereikt (O’Donovan & Regan 1950). Dergelijke invasies volgen meestal op perioden met harde noordelijke wind. In 1994 kwamen dergelijke omstandigheden alleen rond het midden van september voor en voor het meevoeren van de in november waargenomen Kleine Alken was dit vermoedelijk te vroeg. Oktober en november gaven overwegend zuidelijke luchtstromingen te zien. Six Little Auks were observed in the Celtic Sea in November 1994, following a two-month period with southerly winds in the NE Atlantic. The sightings were considered to be outside the normal wintering range of the species. There were otherwise no signs of a large-scale southward movement and influx in Western Europe in 1994.