Op Isle of May, voor de Schotse oostkust, wordt al jaren uitgebreid onderzoek verricht naar de daar broedende Zeekoeien. Sinds 1988 werd daarbij in de kolonie intensief gezocht naar geringde vogels om te zien hoeveel kuikens naar hun geboortegrond waren teruggekeerd, of hoeveel vogels van elders in de kolonie terechtkwamen. Bij dit onderzoek werd getracht met behulp van een telescoop de ringnummers af te lezen. Behalve dat hierbij 1000 'eigen vogels' werden opgespoord, werden zo ook 76 exemplaren afkomstig van andere kolonies aangetroffen. Hieronder bevonden zich vier exemplaren die niet op de Britse Eilanden geringd waren. Drie van deze dieren bleken uitgezette, schoongemaakte olieslachtoffers te zijn, twee afkomstig van Huisduinen in Nederland en een derde van Helgoland. Het vierde exemplaar droeg eveneens een aluminium ring van niet-Britse oorsprong en ofschoon hierbij het ringnummer niet kon worden afgelezen, wordt verondersteld dat het hierbij eveneens om een uitgezet olieslachtoffer ging. Uil ringonderzoek is gebleken dat de Zeekoeien die worden gevonden op de stranden van de oostelijke Noordzee vooral afkomstig zijn van kolonies in Schotland en Engeland. Van de ongeveer 1 miljoen Zeekoeien die broeden op de Schotse en Engelse oostkust (inclusief de Orkney en Shetland Eilanden) broedt ongeveer 2% op Isle of May. Op grond hiervan zou mogen worden aangenomen dat op alle kolonies samen misschien wel 100 uit gezette Zeekoeien leven en zelfs broeden. Helaas bestaat er onvoldoende inzicht in de totaal aantallen uitgezette olieslachtoffers (in Nederland meer dan 1600 gedurende de hier beschreven onderzoeksperiode), zodat de overleving van deze dieren nog steeds niet goed ingeschat kan worden. There can be little doubt that a high proportion of oiled, cleaned and released Guillemots Uria aalge die soon after being returned to the sea (Sharp 1996). A few ringed individuals are reported dead by the general public a month or two after release but the question remains as to whether any rehabilitated birds rejoin the wild population. Only by extremely thorough searching of Guillemot colonies can we hope to find proof that any individuals survive to breed. Our population study of Guillemots at the colony of 15-25 000 birds on the Isle of May (Firth of Forth, east Scotland; 56°U’N, 2°33’W) has provided an opportunity for such a search.