De Orchidaceae vormen de grootste familie van de Monocotylen; het aantal soorten wordt geschat op 16- tot 18000. De meeste soorten komen in de tropen voor; sommige zeer grote geslachten, zoals Dendrobium, Bulbophyllum en Epidendrum, tellen er ieder meer dan duizend; maar ook in het hoge noorden, b.v. in Groenland, vindt men Orchideeën. Het zijn kruidachtige overblijvende planten. De meeste geslachten hebben een wortelstok, die zich soms rijk vertakken kan (Goodyera, Listera cordata), maar dikwijls slechts uit de eindknop verder groeit. Vele geslachten hebben wortelknollen, waarmee ze overblijven, nog andere stengelknollen. Bij vele tropische en bij een tweetal in Nederland voorkomende geslachten (Liparis, Hammarbya) vinden we bovengrondse groene stengeldelen, die knolvormig opgezwollen zijn en die men pseudobulben noemt.