Twirre wil de komende jaren speciale aandacht besteden aan ’gewone’ soorten. Dat is op te vatten in twee betekenissen; gewoon in de zin van algemeen bekend en gewoon in de zin van algemeen voorkomend. Bij mossen kom je al gauw uit bij de tweede betekenis. Ik stel hierbij voor aandacht te schenken aan Gewoon thujamos Thuidium tamariscinum, één van onze allermooiste mossen, dis vrij algemeen voorkomt. Slechts de verspreiding in het zuidelijk deel van Friesland is goed bekend. Gewoon thujamos groeit op de grond in overwegend luchtvochtige bossen. Dus op plaatsen waar goedwillende wandelaars regelmatig komen. Het plantje is bovendien ook voor de leek onmiskenbaar. Er is in onze Friese bossen geen soort te vinden, die er enigszins op lijkt, of het moesten zijn (bij zeer oppervlakkige beschouwing) Klein Laddermos Eurhynchium praelongum en Etagemos Hylocomium splendens. Van het geslacht Thujamos Thuidium is in ons land slechts een vijftal soorten bekend. Behalve Gewoon thujamos komt een tweede soort in onze provincie voor, Sparremos Thuidium abietinum, dat na 1950 slechts eenmaal gevonden is en wel op Ameland. De overige drie soorten komen in Friesland niet voor.