De Visdief (Wytstirns) is voor Fryslan een karakteristieke soort van meren, plassen, IJsselmeerkust en het Waddengebied. Aan het begin van de 20e eeuw moet de soort in Nederland talrijk geweest zijn met een broedpopulatie van circa 50.000 paartjes. In deze periode werden tienduizenden Visdieven gedood om dameshoeden met veren, vleugels en zelfs hele sterns op te sieren. Door bescherming nam de soort weer toe tot zo’n 35.000-40.000 paar eind jaren '50. In de jaren '60 stond de populatie onder druk als gevolg van de aanwezigheid van hoge concentraties gifstoffen in onze wateren, die vanuit de Nieuwe Waterweg via de kustwateren een uiterst negatief effect hadden op de broedvogels. Slechts enkele duizenden paren bleven over. Aan het eind van de jaren '60 zette het herstel weer in en lag eind jaren 70 het aantal Nederlandse broedparen weer op zo’n 10.000. De afgelopen jaren lijkt de soort zich te handhaven met jaarlijks 16.000 tot 18.000 paartjes.