De atlas van de Nederlandse mieren die bij de European Invertebrate Survey (EIS) al geruime tijd in voorbereiding is, maakt zoals bekend deel uit van een groter project, namelijk dat van de Nederlandse Aculeaten (angeldragers: bijen, wespen en mieren). Het lag aanvankelijk in de bedoeling om in één atlas alle Nederlandse bijen, wespen en mieren te behandelen. In 1999 werd om een aantal praktische redenen besloten om de zaak te splitsen: de wespen en mieren in één deel, waarvan de manuscripten toen al vergevorderd waren; en de bijen in een tweede deel. In januari 2001 is het manuscript voor de wespen en mieren ingeleverd bij de eindredactie van de serie Nederlandse Fauna (uitgegeven door Naturalis, KNNV en EIS). In deze serie zijn reeds delen verschenen over de sprinkhanen en krekels, de zoetwatermollusken en de loopkevers. Momenteel wordt er hard gewerkt aan de productie van het deel over de Nederlandse libellen dat naar verwachting eind 2001 of begin 2002 zal verschijnen. De wespen- en mierenatlas zal hopelijk niet al te lang daarna aan de beurt zijn. Het is duidelijk dat het produceren van dergelijke boeken, die in de meeste gevallen door meerdere auteurs worden geschreven, een kwestie van lange adem is. In 1992, toen ondergetekende als projectmedewerker bij EIS begon aan het opbouwen van het databestand voor de Nederlandse mieren, was de (optimistische!) verwachting dat de Aculeatenatlas in 1995 of 1996 er wel zou liggen. De precieze opzet van het boek is echter herhaaldelijk bijgesteld en op een gegeven ogenblik kwam ook de serie