III.A Mieren in lineaire elementen

Hier worden kort twee onderzoeken beschreven die wij de laatste paar jaar hebben uitgevoerd. Voor meer details over de verschillende studies, verwijzen we in de tekst naar gepubliceerde artikelen, die alle bij ons op te vragen zijn. Ten eerste hebben wij van 2003 tot en met 2007 mieren geïnventariseerd op verschillende locaties in snelwegbermen (zie Noordijk & Boer 2007). Hierbij werden buisvallen, gevuld met vruchtenwijn, reguliere potvallen en raamvallen gebruikt, aangevuld met zichtobservaties. Het merendeel van de mierensoorten dat op de Veluwe voorkomt werd aangetroffen; in totaal 35 soorten – of 37 als Formica rufa en F. polyctena, en F. rufibarbis en F. lusatica als afzonderlijke soorten worden beschouwd. Hieronder bevonden zich meerdere door de Flora- en Faunawet beschermde soorten en internationaal bedreigde soorten van de IUCN rode lijst: Anergates atratulus, Formica pratensis, F. rufa/polyctena, F. truncorum, Formicoxenus nitidulus en Myrmica hirsuta. Ook de ‘nieuwe’ mierensoort Myrmica schenckioides werd in een berm bij Harderwijk aangetroffen (Boer & Noordijk 2005, zie afb. III.2 voor het verschil in de knopen in vergelijking met M. schencki).