4 Juli was een bewolkte dag. De hoop op veel spectaculaire vangsten was met het vrij stevige westenwindje weggewaaid. Desalniettemin toog het tiental Zuiderlingen, dat vandaag was komen opdagen vol spanning op pad. Het excursiedoel, het Yderveen (A’foortco. 571.235) was al lang niet meer bezocht en men was benieuwd hoe het er bij lag. De fietsen werden geparkeerd aan de rand van de grote plas waar brasems boven de flinke golfslag uitsprongen (tijd voor actief visstandbeheer?). Wateiplanten waren op de gehele plas niet te bekennen, de oeverbegroeiing bestond uit een oerwoud van vlier, braam, akkerdistel en grote brandnetel, met hier en daar een relict uit betere tijden. We waren de plas voor de helft rond en op de soortenlijst prijkten al twee soorten (Coenagrion pulcellum 2 en Ischnura elegans 2). Meer nog dan we hadden verwacht?