In 1996 heb ik mij, voor het derde achtereenvolgende jaar, in het Westen van het land beziggehouden met een onderzoek naar dichtheden van libellen. Omdat het tevens het laatste atlasjaar betrof heb ik veel aandacht besteed aan enkele matig bezochte en tamelijk oninteressante gebieden; zoals uitgestrekte droogmakerijen, Flakkee, de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. In dit stuk heb ik geprobeerd de meest opvallende bevindingen van 1996 op een rijtje te zetten. In tegenstelling tot het voorgaande voorjaar waren de eerste libellen dit voorjaar bijzonder laat. Door de lange en strenge winter en een groot aantal koele dagen in mei zelf, duurde het maar liefst tot 24 mei voordat ik de eerste Lantaarntjes Ischnura elegans en Variabele waterjuffers Coenagrion pulchellum in het veenweidegebied kon ontdekken. Pas nadat een paar warme dagen volgden, was vanaf 29 mei een sterke opleving zichtbaar en waren overal vliegende juffers te zien. Van de bekende populaties van Vuurjuffers Pyrroshomma nypmhula kon ik dit jaar niets meer terugvinden. Toeval? Ondanks een groot aantal excursiedagen kon ik uiteindelijk slechts drie soorten voor mei noteren. In de eerste helft van juni volgde een warme periode met veel zonnige dagen vol libellen, waarbij de zeer warme middag van 7 juni wel een heel opmerkelijke plaats inneemt (een dag die mij nog lang zal heugen). Ik was al libellen vangend en tellend in het duingebied van Meijendel terecht gekomen. Tijdens het tellen van transecten van 50 meter werd ik daarbij steeds lastig gevallen door een serie opvallend rode Sympetrums, die al copulerend en ei-afzettend, hinderlijk lang mijn net wisten te ontwijken. Toen vervolgens ook nog enkele grote lichtbruine libellen met een helderblauwe vlek halverwege het lichaam ten tonele verschenen, en de temperatuur inmiddels van de tijd van het jaar een ongekende hoogte bereikte van 30 graden C. werd het me even te veel. Wat was er toch aan de hand?! Het leek wel of ik in een mediteraan gebied vertoefde. En wat soorten betreft was dat lang nog niet zo'n gekke inval. De Zwervende heidelibellen Sympetrum fonscolombii bleken achteraf op datzelfde moment heel Nederland bezet te hebben, maar de zadellibellen Hemianax ephippiger bleven de enige waarnemingen van deze soort voor dit jaar (er zijn mij althans geen andere meldingen ter ore gekomen). Aangezien er nog een uitgebreide beschrijving volgt van deze waarnemingen hou ik het hierover verder beknopt.