Met deze natuurgids van de Europese vlinders is er weer een nieuw determinatiewerkje over vlinders bij. Na een inleiding worden van de verschillende families van de dag- en nachtvlinders enkele soorten behandeld. Van deze soorten wordt een korte beschrijving van de kenmerken, verspreiding, vliegtijd, rupsentijd, voedsel e.d. gegeven. Het boekje eindigt met drie hoofdstukjes over de systematiek, de metamorfose en de relatie mens-vlinder. Helaas is met name dit laatste hoofdstuk erg summier. Bij het vergelijken van dit boekje met andere determinatiewerken valt een aantal zaken op. Als positieve punten kunnen worden genoemd de prijs (ƒ 14,90) en de vaak fraaie foto's. Het belangrijkste negatieve punt is de onvolledigheid. Dat niet alle soorten in zo'n klein boekje behandeld kunnen worden is duidelijk. Doordat dit boekje zich primair richt op de vlinderfauna van West-Duitsland, wordt er helaas een reeks Nederlandse soorten niet behandeld, terwijl een deel van de soorten die wel behandeld worden niet in de Benelux of omgeving voorkomt. Daardoor verliest het als determinatiewerk in Nederland veel waarde. Als naslagwerk is het door de meestal summiere tekst ook nauwelijks te gebruiken. Daar komt nog bij dat van veel soorten slechts één afbeelding wordt gegeven. Bij de blauwtjes wordt zo meestal de bovenzijde van een mannetje getoond, maar soms ook een vrouwtje of een onderkant van de vleugel. Op deze manier is determinatie vrijwel onmogelijk.